Geschiedenis
In de vierde en vijfde eeuw na Christus waren de Angelen, Saksen en andere volken uit noordwest Duitsland, druk bezig om de kustgebieden van Engeland te veroveren, na het vertrek van de romeinen. Het verhaal gaat dat ze op doorreis naar Engeland in Friesland kwamen en als herinnering aan hun roemruchte naam, een dorp stichten "Angelenheim" of Engelum. Dit verhaal is zo gek nog niet omdat we Engelum in 1335 nog als Anglum geschreven vinden en in 1399 nog een keer als Anglim.
Maar de Taalkundigen hebben besloten dat het eenvoudiger kan: Engel is een persoonsnaam daar achter komt -um is heem; het zou dus betekenen het erf van engele of zijn woonplaats. Meer heeft men aan de terpopgravingen en dan blijkt dat hier al heel vroeg bewoners waren, ver voor 400 na Christus. Zestig geometrisch versierde scherven, die hier in de grond zijn gevonden, wijzen uit dat hier al mensen woonden voordat Christus geboren was. Ook werden er stukken aardewerk uit de Romeinse tijd gevonden, maar het Angelsaksisch aardewerk word niet genoemd.
Het kerkje van Engelum in 1887 volgens een tekening van A. Martin.
De Engelumer kerk en de kerkgeschiedenis
In de middeleeuwen (dertiende eeuw) had Engelum al een kerk. De kerk had toen een stompe toren en was gewijd aan de heilige Christophorus (Christoffel). Van oorsprong was de kerk rooms en viel onder het diaconaat van Berum. Berum hoorde weer bij het diaconaat van Hatzum alias Nes. Later werd dit Menaldum. Het was toen een vrij grote gemeente, groter dan bijvoorbeeld Schingen, Slappeterp en Boksum. Dit bleek uit het grote aantal priesters die de kerkdiensten verzorgden en garant stonden voor de zielezorg. In 1580 is de laatste pastoor in ballingschap gegaan.
Hervorming
Tijdens de grote hervorming in 1584 werd Engelum samengevoegd met Beetgum, dit kwam vast omdat er niet genoeg ambtsdragers waren. Ook moesten er eerst nieuwe dominees worden opgeleid. De eerste dominee van de kerken die tot 1645 gecombineerd waren was Jasperus Petri Stokman. In 1646 kreeg Engelum zijn eigen dominee en werd een zelfstandige gemeente. De gemeente is nu een ‘Samen op weg’ gemeente samen met Beetgum. Beetgumermolen en Marssum.
Bijzonderheden
De preekstoel, een eiken preekstoelkuip met achterschot en klankbord, werd in 1674 gemaakt door een kistenmaker. Er stond in die tijd een bank voor in de kerk. De kerkvoogdij verkocht deze bank in 1956 aan A.C.Beelding die hem opknapte en doorverkocht aan de Ottema-Kingma stichting. Tegenwoordig staat deze bank in de oudheidskamer in Bolsward. Volgens de geschiedenis werd de kerk in 1773 gerestaureerd en in september van dat jaar weer in gebruik genemen.Een aardig detail wqas dat men de glazen was vergeten, die kwamen pas een maand later. Maar toch werd er gewoon gepreekt! Onder de vloer van de kerk ligt de grote grafsteen van Grovestins-Asscheberg XVII. Volgens traditie vonden adellijke bewoners van de Sirtema State of Grovestins hun laatste rustplaats in de kerk.
Deze State die naar alle waarschijnlijkheid tot 1800 in Engelum heeft gestaan gold als de sterkste van heel Friesland. Aan de Buitenmuur van de kerk hangt een zonnewijzer met het opschrift Anno 1875. Deze is gemaakt door Jonker van Schwartzenberg. Zoals de kerk er nu bij staat is het een drie zijdig gebouw met een gesloten kerkzaal en een toren van drie onderdelen met ingesnoerde spits. De toren, die niet van binnen toegankelijk is, werd in 1887 voorzien van een nieuwe buitenmuur, maar heeft van binnen nog steeds het oorspronkelijke metselwerk uit de dertiende eeuw.
Brand
Op 4 mei 1975 is de kerk afgebrand. Na de brand werd er een restauratiecommissie in het leven geroepen die door Rein van der Kooi werd voorgezeten. Via de Fa. Bakker en Timmenga uit Leeuwarden werd contact gelegd met de orgelbouwer Mense Ruiter uit Zuidwolde. Deze had een nieuw orgel gebouwd voor de Chr. Geref. Kerk van Dokkum en had de kast van het oude orgel met een paar pijpen te koop. Deze kast werd aangekocht en de Fa. Mense Ruiter kreeg opdracht om hier een nieuw orgtel in te bouwen.
Omdat het Dokkumer orgel een “Van Dam-Orgel”was werd besloten om een kopie van een Damorgel uit Warten, gemaakt in 1874 te bouwen. Het bouwen en plaatsen nam 38 maanden in beslag. Op 19 juni 1980 werd het orgel met een feestelijke inwijding van orgel en kerk in gebruik genomen. In de muur bij de voordeur is een gedenksteen aangebracht met daarop de woorden: ”Door brand verwoest in 1975”. Hilarisch was dat de koster in die tijd Brand (Wijnstra) heette, maar hij gaat vrijuit!
Restauratie van de toren
In 2008 is de toren voor een symbolisch bedrag verkocht aan de Gemeente Menaldumadeel. Deze heeft de toren in 2009 volledig gerestaureerd. Het mechanisch uurwerk in de toren was oorspronkelijk van D.Wielinga (1938), ook dit uurwerk werd in 2010 vernieuwd.
Andere historische feiten
Op 22 oktober 1313 word er melding gemaakt van een watervloed die: " veel huizen omwierp en een groot aantal beesten inslokte". "Vijfhonderd menschen bezuyrden't mede met de dood". Ook bijzonder was het verhaal van de Grute pier onder de vrouwen, ook een inwoonster van Engelum.
Hier het grafschrift dat in de geschiedenis van Engelum voorkomt:
O lezers blijft een weinig staan
Ik meld hier van een wonder aan
Door beitelkunst gehouwen
Zij was een van de zwaarste vrouwen
Groot van gestalte en sterk van kracht
Die hier te land werd groot gebracht
Ook heeft men haar juist gewicht bevonden
Driehonderd vijf en veertig ponden
Al is een mens zo zwaar en groot
Welzalig zij die bij het verrijzen
Voor eeuwig hunnen God mag prijzen.
Wybe sjoerds van Grovestins Bijgenaamd "Skerne Wibe". Kopie van onbekende meester uit 1472.En dan hebben we nog Skerne Wibe, een burchtheer uit Engelum, wiens daden groot waren! Hij dankte zijn bijnaam aan zijn gladgeschoren kin. Het gangbare verhaal is dat hij zichzelf liet scheren om zich te vermommen als monnik, om zo de geheimen van zijn vijanden te ontdekken. In mei 1482 kwam hij om het leven bij een belegering van zijn burcht door mensen uit Franeker en Leeuwarden. Toen werd de burcht met de grond gelijk gemaakt, maar tegenwoordig is het dorpshuis in Engelum naar hem genoemd!
Verder is het nog leuk te vertellen dat er in 1749, 25 gezinnen en alleenstaanden in Engelum woonden, waaronder 9 arbeiders gezinnen
En in 1796 werden er 157 Engelumers geteld.